Randstad provincies bezoeken Europa

Op 17 en 18 maart brachten Statenleden van de vier Randstedelijke provincies, te weten Zuid-Holland, Noord-Holland, Utrecht en Flevoland, een bezoek aan de Europese Unie in Brussel. Uit hun brede vertegenwoordiging mag blijken dat Europa leeft in de provincies. In veel provinciale opgaven heeft Europa een rol of biedt Europa instrumenten om die doelen te realiseren. Zo heeft 60 tot 80 procent van de wetgeving die door de Europese Unie gemaakt wordt, rechtstreeks betrekking op het handelen van de provincie.

Om invloed te kunnen hebben is krachtenbundeling noodzakelijk. Daarom werken de Randstad provincies al vanaf 1993 samen, en sinds 2000 ook met alle overige provincies en het Interprovinciaal Overleg (IPO), via het Huis van de Nederlandse Provincies in Brussel. 

Het werkbezoek was ook een opstap naar de vaststelling van een gezamenlijke Randstedelijke Europastrategie in juni van dit jaar. De Staten van elk van de vier genoemde provincies zullen zich dan min of meer gelijktijdig uitspreken over dit document. Het werkbezoek heeft bijgedragen aan een goede verstandhouding tussen Statenleden onderling, aan versterking van het besef dat samenwerking op dit dossier noodzakelijk is, en aan een betere kennis van instanties en werkwijzen in het Brusselse.

“We hadden een gevarieerd en interessant programma, dat prima was voorbereid door onze mensen in Brussel,” aldus Laurine Bonnewits, voorzitter van de Werkgroep Europa Zuid-Holland en delegatieleider. “We hebben het Europees Parlement bezocht waar we gesproken hebben met parlementatriër Wim van de Camp. En we hebben uitgebreid kennisgemaakt met het Comtité van de Regio’s, de organisatie waarin de regionale en lokale overheden van alle 28 EU-landen hun adviserende stem kunnen laten horen.” Daarnaast heeft de delegatie op de eerste dag een presentatie gekregen over Nether-ER, een lobbyorganisatie van en voor Nederlandse kennisinstellingen en is gesproken met Wepke Kingma, de plaatsvervangend Permanente vertegenwoordiger van de Nederlandse regering bij de Europese Unie.

Op de tweede dag vonden twee paneldiscussies plaats over energietransitie en luchtkwaliteit, waaraan werd deelgenomen door Europarlementariërs, ambtenaren van de Europese Commissie, van de Permanente vertegenwoordiging, van de Benelux, en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. Onderwerpen van groot belang voor de provincies.

Als follow up is tijdens het bezoek besloten tot een gezamenlijke nieuwe activiteit. “Binnenkort gaan we bij de provincie Zuid-Holland met Statenleden van de vier provincies in gesprek met vertegenwoordigers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de Urban Agenda en het Pact van Amsterdam,” aldus de delegatieleider die met tevredenheid niet alleen kon terugblikken maar ook vooruitkijken.