De Provincie heeft PlanMER studies laten uitvoeren voor potentiële locaties voor windturbines. Met de voormalige stadsregio Rotterdam zijn afspraken gemaakt voor het inplannen van locaties om 150MW opgesteld vermogen te kunnen realiseren.
De gemeenten waren en zijn verantwoordelijk voor het zoeken naar geschikte locaties. De nu bestudeerde locaties zijn deels door de gemeenten en deels door de Provincie aangewezen. De PlanMER resultaten hebben uitgewezen welke locaties geschikt zijn of geschikt zijn te maken en worden nu ter inzage gelegd.
De VVD heeft de toezegging gekregen dat indien gemeenten toch liever andere locaties naar voren wil schuiven, zij na uitvoeren van een vergelijkbare PlanMER studie, deze via zienswijzeprocedure van de Provincie als alternatief kunnen inbrengen. De door Gedupeerde Staten voorgedragen locaties komen dan te vervallen en zullen niet voor partiële herziening van de VRM (Visie Ruimte en Mobiliteit) worden voorgedragen. De wijziging van de VRM vindt in het najaar van 2017 plaats.
Gedeputeerde Staten had ook nog twee aanvullende locaties laten onderzoeken, resp. de A12/Balij en Technopolis. Op advies van Provinciale Staten wordt de discussie en dus ook een mogelijke ter inzage legging van deze locaties opgeschort. Voor deze twee locaties en voor mogelijke toekomstige locaties bestaat nog geen geschikt afwegingskader.
In een gemeenschappelijke motie ingebracht door D66 ziet de VVD mogelijkheden om aspecten als financiële participatie, draagvlak en inpassing in dit nog op te stellen afwegingskader in te brengen. De VVD heeft toegestemd om mee te werken aan het ruimtelijk mogelijk maken van maximaal 735,5 MW opgesteld vermogen op land in 2020, daarna moet het gedaan zijn met het windexperiment. Het zoekproces moet evenwel wel zorgvuldig gebeuren en dus niet alleen langs een technisch kader maar ook langs een politiek/bestuurlijk/maatschappelijk kader ook als dat langer dan 2020 gaat duren.