’Stop met klagen en doe mee’

Masoumah Hosseini doet oproep aan allochtonen die zich benadeeld voelen

Discriminatie

Niet zeuren over racisme, maar de kansen pakken die dit land je aanreikt. Dat is het advies van Masoumah Hosseini aan alle allochtonen die zich in Nederland achtergesteld voelen. Tweederangs burger zijn is een gevoel, geen feit. Met de islam heeft het niks te maken, wel met een ’cultuur van slachtofferschap’. „Als er een kloof is, dan zit die tussen mensen die mee willen en mensen die niet mee willen.”

Kijk naar mij, zegt Masoumah Hosseini (31), bedrijfsadviseur en Statenlid voor de VVD in Zuid-Holland. „Ik ben op mijn 15e uit Afghanistan hier gekomen. Toen begon ik zowat bij nul. Als het mij al lukt om succes te hebben, dan moet je als Marokkaan, Turk of Surinamer van de derde generatie toch helemáál niet klagen over kansen? Klagen tast je zelfvertrouwen aan en leidt al snel tot de overtuiging: het lukt toch niet. Ik zeg: het lukt wél.”

Eén ding wil Hosseini duidelijk hebben. „Ik ontken niet dat er racisme is. Er is overál racisme. Het is een obstakel, waarbij geldt: hoe ga je daarmee om? Je kunt er boos om worden, je kunt erover klagen, je als slachtoffer opstellen, maar daarmee kom je niet vooruit.”

Je kunt in elk geval niet zeggen dat het institutioneel is of dat de staat het aanwakkert, vindt ze. „In het eerste artikel van de Nederlandse grondwet staat dat discriminatie verboden is. De wet beschermt je. Als je niet naar de rechter wilt, zijn er antidiscriminatiebureaus, met subsidie van de Nederlandse overheid. Wat wil je nog meer? Nóg meer subsidie?” Hoe dan ook, blijf er niet in hangen. „Ga naar buiten, pak die kansen.”

Geweldig

Want die zijn er. „Nederland is gewoon een geweldig land.” Hosseini somt op. „Nederland heeft een van de gelukkigste volken ter wereld, de beste gezondheidszorg van Europa, de een na beste pensioenvoorziening, staat op de derde plek als het op de zorg voor ouderen aankomt. Ik vind dat we ons dat mogen realiseren voordat we klagen, dat we dankbaar mogen zijn voor het land dat ons opnam.”

Nederland. Hosseini kwam er als 15-jarige op een druilerige zomerdag in 2001 aan. Ze keek naar de grauwe hemel boven Delft en dacht: regen, mooi weer. „Wat mij opviel: overal rook het zo heerlijk fris. Mensen groetten me, ook al kende ik ze niet. Kwam ik in een winkel, dan was ik als klant echt koning.”

Ze genoot van de vredige, vrije wereld waarin ze terechtkwam. In de maanden voordat ze naar school mocht, ging ze overdag met pen, schrift en Nederlands woordenboek naar het park. ’s Avonds vertelde ze haar vader welke woorden ze had geleerd.

Zelf lezen

Ze begreep al snel dat Nederland een ’papierland’ was. „In Afghanistan kreeg ik nooit een brief, zeker niet van de overheid. In Nederland staat elke mededeling naar de burger op papier. Ik zei tegen mijn vader: ik hoop dat ik de volgende brief die ik krijg zelf kan lezen.”

Het duurde een paar maanden. Op school ging ze als komeet, ze wisselde drie keer in een jaar van klas. „Ik wilde niet alleen snel kunnen lezen, ik wilde accentloos kunnen spreken. Telkens stelde ik mezelf nieuwe doelen, maar om die te halen, moest ik wel telkens uit mijn ’comfortzone’ stappen.”

Hosseini deed dat zelf ook toen ze op straat in aanraking kwam met de VVD, de partij waarvoor ze nu een zetel bezet in de Provinciale Staten van Zuid-Holland. Het was eind 2009, toen de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen het jaar daarop al wat op stoom was en ze op straat vrijwilligers zag flyeren. Ze raakte met hen aan de praat, ging zich verdiepen in het liberalisme en dacht: dit is wat voor mij. „Ik geloof in de kracht van het individu, dat je als Staat de voorwaarden kan scheppen om die kracht de ruimte te geven.”

In Afghanistan ontluikt vooral overlevingstalent. Toch had ze het er als klein meisje niet slecht. Haar vader maakte orthopedische maatschoenen en reisde geregeld naar Pakistan en Iran om leer te kopen. Hij had drie winkels in Mazar-e-Sharif. Haar moeder zorgde voor Masoumah, haar zus en vier broers. Met de oprukkende Taliban verslechterde de situatie. Meisjes mochten niet meer naar school. Haar moeder zette nog wel een stiekeme meisjesschool op in de stad, waar zo’n veertig meisjes les kregen, tot ook dat niet meer ging.

Dodenlijst

Haar vader ontdekte dat hij als tegenstander van de Taliban op hun dodenlijst stond, waarop het gezin vluchtte naar Iran. Een paar jaar later kwam het in Nederland terecht.

Eenmaal aangesloten bij de liberalen, ging ze helpen bij de campagne. Doodeng. „Toch heb ik me er altijd welkom gevoeld. Ik droeg toen nog een hoofddoek, maar daar heb ik van niemand binnen de partij een vraag of een opmerking over gekregen. Alleen buiten de partij vonden ze het gek. Ik weet dat ik in de stad stond te flyeren. Kwam er een man naar me toe die me lang aankeek en zei: jij hoort niet bij de VVD. Het was zeker een SP’er die vond dat alleen links allochtonen mag omarmen.”

Niet veel later legde ze de hoofddoek af. Ze was ermee opgegroeid. Op school in Afghanistan was het dragen ervan verplicht, maar ze had er nooit zo indringend over nagedacht waarom ze hem droeg. „Ik weet het moment nog goed. Ik was op een partijcongres. Ik keek om me heen, zag dat ik de enige was met een hoofddoek en ik dacht: wat maakt mij anders of beter? In Nederland is het ook voor je veiligheid niet nodig om er een te dragen.”

Nooit heeft ze zich gediscrimineerd gevoeld. Achterstand onder allochtonen heeft niks met de islam te maken, vindt ze. „Kijk naar mijn ouders. Gelovige moslims die wél succesvol werden. „Als er hier een kloof is, dan zit die tussen mensen die mee willen en mensen die niet mee willen. Een cultuur van slachtofferschap brengt je al snel in de tweede groep.”

Hosseini werd beleidsmedewerker in de Tweede Kamer en later Statenlid. Daarnaast helpt ze bedrijven met zakendoen in Iran. „Ik vertel dit verhaal niet voor mezelf, want ik heb mijn pad gevonden, maar voor andere allochtonen.”

Gevoeligheid

En nou niet gaan zeuren over het woord ’allochtoon’, zegt ze maar vast. „Het is maar een woord. Nederlander met een migratieachtergrond, heet dat nu. Kijk, zo diep wordt er al over de gevoeligheid nagedacht door de overheid. Dan kun je toch niet beweren dat discriminatie er bij de Staat zit ingesleten?”

Hosseini’s boodschap: „Laat je niet als slachtoffer behandelen. Doe mee. Wees dankbaar voor de welvaart en voor de kansen die dit land je biedt. Nederland is een modern land, waar alles snel gaat. Daardoor raak je snel achterop. Maar als dat gebeurt, geef dan niet het land de schuld; probeer je achterstand in te lopen. En als je het ergens niet mee eens bent: zeg het. Het is een vrij land.”