Door natuurbeleid is de gans geen trekvogel meer

De ganzenpopulatie in Nederland en zeker ook in Zuid-Holland is de afgelopen jaren flink toegenomen, wat voor overlast en schade voor mens en dier zorgt. Volgens de VVD is de toename van het aantal ganzen grotendeels te wijten aan onverstandig natuurbeleid.

Ganzen zijn van origine trekvogels, die in de winter in Nederland komen eten om vervolgens door te vliegen naar het noorden. Inmiddels besluiten veel ganzen om hier te gaan broeden. Het gevolg is veel extra schade voor boeren, maar ook concurrentie voor kwetsbare weidevogels en dus voor de biodiversiteit.

VVD-Statenlid Arie-Pieter Noordermeer weet waarom de ganzen in Nederland zijn gaan broeden: “De manier waarop wij onze natuurgebieden aanleggen en beheren maakt ze tot aantrekkelijke broedgebieden. We hebben dus zelf van een trekvogel een standvogel gemaakt. De overheid heeft veel te lang weggekeken van de problemen. Daardoor moeten we nu drastischer ingrijpen door middel van de jacht.”

Omdat een jager het verschil niet kan zien tussen een trekkende en een blijvende gans, mag hij van de provincie Zuid-Holland in de zogenaamde winterrustperiode niet op ganzen jagen. De VVD steunt die bescherming van trekkende ganzen, maar vreest wel dat de jaarlijkse pauze grote financiële gevolgen heeft. De provincie moet vanuit het natuurbudget namelijk boeren compenseren die schade ondervinden van ganzen.

Noordermeer: “De eerste schade is altijd voor rekening van de boer zelf. Bovendien laten boeren de ganzen eten en rusten op gras en oogstresten. De landbouw levert dus een stevige bijdrage, maar boven een bepaalde drempel moet de provincie natuurlijk compenseren. De VVD rekent erop dat de gedeputeerde goed in de gaten houdt hoeveel extra kosten de winterrustperiode met zich meebrengt.”

De VVD verwacht dus dat de kosten voor de provincie voorlopig zullen oplopen. Noordermeer: “Maar hopelijk kunnen ze op termijn naar beneden, nu de gedeputeerde heeft toegezegd om waar mogelijk te kijken naar een andere inrichting en beheer van natuurgebieden. Daardoor zou de ganzenpopulatie op een natuurlijke manier kunnen afnemen. Dat is voor mens en dier de beste oplossing.”