Het initiatiefvoorstel om het aantal ‘geborgde zetels’ in de Zuid-Hollandse waterschapsbesturen te verminderen is inhoudelijk onwenselijk en procedureel onmogelijk. Dat stelt de VVD-Statenfractie.
Geborgde zetels zijn zetels in het waterschapsbestuur die niet via directe verkiezingen worden ingevuld. Ze komen toe aan agrariërs, ondernemers en natuurorganisaties, die duidelijke belangen hebben bij de beslissingen die de waterschappen nemen. D66, PvdA, GroenLinks, Partij voor de Dieren en SP willen het aantal geborgde zetels in de waterschappen terugbrengen van 9 naar 7. Daardoor zouden de huidige maatschappelijke verhoudingen beter weerspiegeld worden.
Niet onderbouwd
Volgens VVD-Statenlid Arie-Pieter Noordermeer is dat idee gebaseerd op aannames die niet zijn onderbouwd: “Deze partijen roepen van alles over een andere weging van belangen en de toename van natuur, maar ze hebben dat allemaal niet geverifieerd bij de waterschappen. Je wilt als toezichthouder dus een lagere overheid democratiseren, maar je gaat er niet eens mee in gesprek. Dat is regentesk gedrag.”
Tijdsnood
Naast de inhoudelijke onwenselijkheid van het voorstel heeft de VVD ook procedurele bezwaren. Noordermeer: “De indieners van het voorstel willen namens Provinciale Staten informeel met de waterschappen in gesprek. Dat kan staatsrechtelijk helemaal niet. De juiste procedure loopt via Gedeputeerde Staten. Maar als we die volgen, komen de waterschappen in tijdsnood met de voorbereiding van de verkiezingen. Dat zou onfatsoenlijk zijn.”
Vernietiging door de Kroon
De VVD wil daarom dat het voorstel van tafel gaat. Als de Staten het woensdag toch aannemen, vragen de liberalen de Commissaris van de Koning om met het ministerie te overleggen over de vervolgstappen. Noordermeer: “Mogelijk moet de Commissaris het voorstel voordragen voor vernietiging door de Kroon. De Staten moeten daarover zo snel mogelijk geïnformeerd worden.”