Zuid-Holland is niet af, Nederland is geen openluchtmuseum en vroeger was alles slechter. Dat betoogde de VVD woensdag in Provinciale Staten bij de behandeling van de kadernota, het kaderbesluit infrastructuur en de voorjaarsnota, de ‘algemene beschouwingen’ van de provincie.
VVD-fractievoorzitter Floor Vermeulen ergert zich aan de houding van sommige partijen om te doen alsof Nederland en Zuid-Holland er een halve eeuw geleden beter voor stonden: “Zij zien meer groen en minder bebouwing. Maar dat betekent dat ons land minder ontwikkeld was. We leven nu in een tijd van ongekende mogelijkheden. In Zuid-Holland zitten we met transport, de agrarische sector en de kennisindustrie op een goudmijn.”
De VVD is trots op het verleden, maar wil minstens net zo trots kunnen zijn op de toekomst. De overheid moet die toekomst echter slechts mogelijk maken en niet zelf invullen. Vermeulen: “Er worden te veel toekomstvisies geschreven. Dat soort luchtkastelen wekt de indruk dat de samenleving maakbaar is. Wij geloven daar niet in. Inwoners, bedrijven en organisaties moeten de ruimte krijgen zich te ontwikkelen. Dan geven zij de toekomst zelf vorm.”
De rol van de provincie als faciliterende overheid is bescheiden, maar vooral door de vaststelling van het ruimtelijkeordeningsbeleid wel degelijk cruciaal. Vermeulen: “De partijen in deze coalitie zijn zich daarvan bewust. Wij willen dat Nederland en Zuid-Holland zich ontwikkelen. Wij geloven dat ons land nog niet af is. Vanuit die overtuiging gaan wij het laatste deel van deze coalitieperiode nog keihard aan de slag.”